Ouderparticipatiecèches hebben al aangegeven hier niet aan te willen en kunnen voldoen. Minister Asscher wilde nog wel een uitzondering maken op het vaste gezichtencriterium, maar voor de rest moeten alle regels volgens de Wet kinderopvang worden nageleefd. Ouders die op de groepen staan, moeten bijvoorbeeld beschikken over de juiste pedagogische papieren.
Ongelijk speelveld
De plannen van Asscher hoeven niet het einde van de ouderparticipatiecrèche te betekenen. De zes opc’s hebben wat Asscher betreft bestaansrecht, maar dan zonder overheidssubsidie in de vorm van kinderopvangtoeslag. In een eerdere brief schreef de minister ‘het niet in lijn te vinden met de inzet op verbetering van de kwaliteit als er ruimte is voor een ongelijk speelveld’.
Lees meer over de mening van minister Asscher in het bericht ‘Ouderparticipatiecrèches verliezen recht kinderopvangtoeslag’
Fraude
Een ander argument voor Asscher is de kritiek van de Belastingdienst die de opc’s ‘fraudegevoelig’ noemen. De Belastingdienst kan namelijk nauwelijks controleren of de gegevens in het contract overeenkomen met de werkelijkheid. Dit omdat de aanbieders en afnemers bij een opc dezelfde personen zijn.
Alternatief plan
De oppositiepartijen zijn het niet eens met de maatregelen van minister Asscher. CDA-Kamerlid Pieter Heerma en D66-Kamerlid Steven van Weyenberg verzoeken de regering met een motie om een alternatief plan te ontwikkelen waarin opc’s recht blijven houden op kinderopvangtoeslag. Minister Asscher ontraadt de motie. De enige manier waarop opc’s recht op kinderopvangtoeslag houden, is dat ze voldoen aan de kwaliteitseisen kinderopvang.
Dat betekent dat beide moties over ouderparticipatiecrèches, die tijdens het algemeen overleg op 3 april werden ingediend, zijn verworpen.